Het is de zomer van 1977, in New York City. Een gewelddadige moordenaar die zichzelf 'Son of Sam' noemt, maakt er de straten onveilig. Hij sluipt naar mannen én vrouwen en schiet hen neer met zijn vuurwapen. Wanneer hij uiteindelijk gearresteerd wordt, verklaart hij aan de politie dat hij luisterde naar de 'Stem van Sam', de hond van zijn buurman, en ook dat hij was beïnvloed door een satanische sekte. Nog voor zijn vonnis, vraagt hij om bijstand in zijn cel van een katholieke priester om hem te bekeren van het judaïsme tot een vrome christen. De echte naam van de moordenaar is David Berkowitz, die op dit ogenblik nog steeds in een Amerikaanse gevangenis opgesloten zit, zonder enige kans ooit nog vrij te komen.