De 16-jarige Alice woont met haar moeder in een dorpje in het 14e eeuwse Wales. Op een dag wordt zij door de kerk ervan beschuldigd de duivel te vereren en een heks te zijn. Onderzoek volgt door pastoor Tom om te zien of zij er werkelijk een is. Zij zou de pest hebben veroorzaakt in het dorp, de ziekte die velen het leven heeft gekost, waaronder zelfs haar eigen vader. Dankzij Marie, een vriendin van haar moeder, kan ze ontsnappen en vlucht ze de bossen in. Daar vindt ze een genezer die haar wonden verzorgt en haar leert hoe ze wraak kan nemen op de dorpelingen.